Het Dilemma | Zonnepanelen kopen of niet? ‘Je verdient ze nog steeds snel terug’
06-10-2023
Nieuws
Zonnepanelen kopen of niet? Verdien je je geld er wel mee terug? Die discussie laait aan alle kanten op. Solar Magazine vroeg Jan Willem Zwang van Stratergy om feit van fictie te scheiden in een eenvoudige rekensom.
Zijn zonnepanelen een verstandige of onverstandige investering?
‘Zonnepanelen zijn nog steeds een verstandige investering, ondanks alle verhalen over het afbouwen van de salderingsregeling, negatieve stroomprijzen, het invoeren van heffingen en uitval van omvormers. Ieder huishouden met zonnepanelen heeft mogelijkheden slim(mer) met de zonne-energie om te gaan, waardoor veel “risico’s” beperkt kunnen worden en een investering in zonnepanelen nog steeds geld oplevert. En we doen het natuurlijk ook voor het milieu.’
Hoe ziet het gemiddelde investeringsplaatje er nu uit?
‘Zoals altijd zie je ook nu enorme prijsverschillen bij aanbieders van zonnepanelen. Op websites van leveranciers kun je je postcode en huisnummer invullen en je verbruik. Daar wordt dan binnen een minuut berekend hoeveel zonnepanelen je nodig hebt, wat de besparing is en wat je terugverdientijd is. Ik adviseer wel om dit rekensommetje zelf ook te maken, want ik zie veel gunstige berekeningen voorbijkomen waarin geen rekening wordt gehouden met de huidige marktontwikkelingen rondom heffingen en salderen.’
Het begint bij de aanschafkosten…
‘De prijzen die ik nu zie, variëren tussen 0,90 tot 1,50 euro per wattpiek. Concreet betekent dit dat een investering in een zonne-energiesysteem van 3.000 wattpiek op dit moment tussen de 2.700 en 4.500 euro kost, inclusief omvormer, onderstel en installatie. Een rekenvoorbeeld op de website van 1 van de 3 grote energiebedrijven voor consumenten, rekent met een leverprijs van 0,40 euro per kilowattuur en een terugleverprijs van 0,076 euro per kilowattuur. Dat alles inclusief energiebelasting en btw.’
Wat betekent dat voor de terugverdientijd?
‘Op basis van gelijkblijvende prijzen zonder afbouw van saldering en rekenend met een investering van 1,30 euro per wattpiek is de terugverdientijd dan 3 jaar. Ik ga er dan van uit dat 30 procent van de productie gelijktijdig wordt verbruikt en 70 procent wordt teruggeleverd. Omdat salderen nu nog onbeperkt is, reken ik over de volledige productie met een opbrengst van 0,40 euro per kilowattuur.’
Omvormers vallen steeds vaker uit als gevolg van een te hoge spanning op het stroomnet
‘Ik hoor dit inderdaad steeds vaker. Ik woon zelf in Woudenberg, ons dorp heeft veel zonnepaneleninstallaties en omvormers vallen hier op meerdere plaatsen met regelmaat uit. Van 1 van de 3 grote netbeheerders heb ik vernomen dat uitval tot 10 procent van de tijd geen reden is om te verzwaren “omdat de terugverdientijd” dan nog steeds prima is. Ik heb zelf geen last van uitval dankzij het feit dat ik een thuisbatterij heb, maar veel van mijn buren wel. Mijn overbuurvrouw, die in hetzelfde jaar zonnepanelen heeft laten plaatsen als ik – 2013 – stelt dat zij inmiddels nog maar twee derde produceert ten opzichte van eerdere jaren doordat haar omvormer nu zo vaak afslaat bij overbelasting van het lokale net.’
Dat is een flinke terugval
‘Wanneer ik de vorige rekensom aanpas en rekening houd met 10 procent uitval van de omvormer, wordt de terugverdientijd 1 jaar langer. Wanneer ik rekening houd met 30 procent uitval, wordt die 2 jaar langer. De terugverdientijd is in dit laatste scenario dus nog steeds slechts 5 jaar.’
En als de stroomprijs zakt, wat betekent dat voor de terugverdientijd?
‘In het eerste voorbeeld rekende ik met 0,40 euro per kilowattuur en was de terugverdientijd 3 jaar. Wanneer ik in hetzelfde voorbeeld rekening houd met 0,30 euro per kilowattuur, wordt de terugverdientijd 4 jaar. Wanneer de prijs daalt naar 0,20 euro per kilowattuur wordt de terugverdientijd 7 jaar. In het tweede voorbeeld, met de uitval van omvormer, wordt die respectievelijk 5 en 8 jaar.’
Energiemaatschappijen rollen extra heffingen van zonepanelen uit
‘Verschillende energiebedrijven werken met verschillende soorten heffingen. De bekendste is natuurlijk Vandebron. Bij 3.000 kilowattuur productie en 30 procent zelfconsumptie, lever je 2.100 kilowattuur terug. Bij Vandebron betaal je dan een heffing van 21 euro per maand. Ten opzichte van het eerste voorbeeld verdubbelt de terugverdientijd hierdoor van 3 naar 6 jaar. Zit je bij een energiebedrijf dat huishoudens met zonnepanelen 5 euro per maand meer vastrecht laat betalen, dan gaat de terugverdientijd van 3 naar 5 jaar. Heffingen door energiebedrijven hebben dus een flinke impact op de terugverdientijd.’
En als de overheid saldering afbouwt?
‘Doordat afbouw van het salderen waarschijnlijk pas vanaf 2025 gefaseerd wordt ingevoerd, heeft dat voor huidige of nieuwe installaties nog nauwelijks effect. Ten opzichte van het eerste voorbeeld is de terugverdientijd slechts 1 jaar langer, dus 4 in plaats van 3 jaar.
En als je al die zaken combineert?
‘Stel de leverprijs daalt naar 0,25 euro per kilowattuur en de terugleverprijs naar 0,025 euro per kilowattuur, door het afslaan van mijn omvormers mis ik 10 procent productie, mijn leverancier rekent 5 euro per maand én salderen wordt afgebouwd. Dan gaat mijn terugverdientijd van 3 jaar in het basisscenario naar 13 jaar. Dat is het worstcasescenario dat op de loer ligt voor de langere termijn.’
Onder de streep?
‘Kijken we naar al die rekensommetjes, dan hoeft iedereen die nu al zonnepanelen heeft liggen of die nu aanschaft zich geen zorgen te maken. Je verdient ze in het slechtste scenario nog steeds in 7 jaar terug. Voor huishoudens die dus pas over een aantal jaar in zonnepanelen willen investeren, zoals mijn zoon wanneer hij van zijn appartement naar een woonhuis gaat, wordt het een ander verhaal. De kans dat hij zijn zonnepanelen dan nog terugverdient binnen 10 jaar is klein. Maar zonnepanelen hebben natuurlijk wel een levensduur van zo’n 25 jaar, wat ze nog steeds aantrekkelijk maakt. Wat ik triest vind, is dat de huidige marktomstandigheden en vooruitzichten vooral voor de jongere generaties, de starters die het juist het meest nodig hebben, langere terugverdientijden opleveren.’
Hoe maak je de juiste keuze als consument?
‘Ga je investeren in zonnepanelen, vraag dan altijd meerdere offertes op bij verschillende leveranciers. Lokale leveranciers hebben als voordeel dat ze sneller kunnen acteren wanneer er iets aan de hand is. Landelijke leveranciers hebben vaak betere prijzen, maar zijn doorgaans ook slechter bereikbaar en hebben langere levertijden. Let goed op materiaalkeuze. Het type omvormer is belangrijk, plaatsing van de zonnepanelen is belangrijk. Ik zie nog te vaak installaties met stringomvormers én permanente beschaduwing door obstakels zoals luchtpijpjes of bomen. Hartstikke zonde. Voor consumenten die al zonnepanelen hebben: kijk goed op internet naar de contractvoorwaarden die energiebedrijven aanbieden. Niet ieder energiebedrijf vraagt een heffing. Heb je nu nog een vast contract maar wel de mogelijkheid slimmer om te gaan met je zonne-energie: ga daar alvast mee oefenen. Je zult dat nodig hebben wanneer meer energiebedrijven heffingen gaan opleggen of wanneer het salderen wordt afgebouwd en afgeschaft.’
Bekijk hier in de Solar Magazine Productzoeker welke zonnepanelen er te koop zijn in de Benelux.
Bron: Solar Magazine - Marco De Jonge Baas
Terug naar overzicht